Zodra u een voet over de drempel zet, wordt u teruggevoerd naar langverlogen tijden. De inrichting van het museum dateert vooral uit de negentiende eeuw. Kunst- en gebruiksvoorwerpen die een kijkje in de keuken geven van het leven in die tijd. In 1599 werd het pand gebouwd als gasthuis. Daklozen en vreemdelingen kregen er gratis onderdak voor drie nachten. Later was het gasthuis in gebruik als woonhuis en in 1954 werd het ingericht als museum.
De kamers
Het pand aan de Binnenburg heeft nog grotendeels de authentieke indeling en inrichting: er is de woonkamer, waar werd geleefd, de opkamer, waar de mooie spulletjes werden neergezet, de keuken met een vuurplaats, granieten aanrecht en waterpomp. En de kelder die dienst deed als voorraadkamer. U komt ogen tekort bij een rondgang door de kamers.
Aagje Luijtsen
Een bijzondere, vaste expositie in de Oudheidkamer toont de brieven van Aagje Luijtsen. Een Texelse die leefde in de 18e eeuw en die haar echtgenoot, stuurman Harmanus Kikkert, in lange brieven vertelt over haar leven en de gebeurtenissen in Den Burg. De brieven geven een bijzonder inkijkje in het harde leven van de 18e eeuw en de bijzondere band van Aagje en Harmanus. Het museum organiseert zomers ook rondleidingen langs plekken die Aagje in haar brieven beschrijft.
Wisselende exposities
Regelmatig worden in de Oudheidkamer ook wisselende exposities georganiseerd, zoals over Texel 600 jaar Stad. Verder biedt het museum workshops en lezingen en is de Oudheidkamer een officiële trouwlocatie.
Kruidentuin
Bijzonder is de kruidentuin achter de Oudheidkamer. Dit is de kleinste openbare kruidentuin van Nederland. Er staan ruim honderd verschillende kruidensoorten op een oppervlakte van slechts 70 vierkante meter. Bijzonder is de schermbloemige zwartmoeskervel die er groeit. Deze wilde groente was verdwenen maar werd in 1944 door natuurvorser Jac. P. Thijsse herontdekt.