Het witte kerkje, de trots van Den Hoorn, is gebouwd in 1425. Pas 25 jaar later, in 1450, is de toren aangebouwd tegen de westgevel. Nog weer later werd de kerktoren ook ingezet als baken voor de scheepvaart. In de 17e eeuw werd het koor (ruimte in de kerk waar zich het hoofdaltaar bevindt) afgebroken en vervangen door een rechte muur. Het jaar 1646, terug te vinden in de muurankers, herinnert hieraan.
Door de eeuwen heen is het kerkje regelmatig gerestaureerd (o.a. in 1602 toen de toren werd hersteld en in de 1956/57 tot een grootschalige restauratie plaatsvond), maar ingrijpende veranderingen zijn er echter niet meer geweest. Voordat het kerkgebouw werd neergezet, stond op deze plek een houten kapel. Die werd in 1409 afgebroken. Tegenwoordig ligt de kerk aan de rand van Den Hoorn, maar vroeger vormde deze het middelpunt van het dorp. In de afgelopen eeuwen, door de teloorgang van het loodswezen, zijn echter veel woningen vanwege leegstand gesloopt.
Het kerkorgel, met één manuaal, acht registers en een aangehangen pedaal, werd in 1857 gebouwd door orgelbouwer C. Scheuer & Zonen uit Zwolle. De kerk wordt nog steeds gebruikt voor kerkdiensten van de Nederlands Hervormde gemeente. In de zomerperiode, van mei tot en met augustus, is het Hoornder kerkje op bepaalde dagen geopend voor bezichtiging en worden ook rondleidingen georganiseerd. Vanaf 2010 kunnen er ook burgerhuwelijken worden voltrokken.
Het kerkgebouw staat op de rijksmonumentenlijst. Rond de torenspits staan drie schijnwerpers. Die vormen samen met het lage licht in de duinenrij ten zuidwesten van Den Hoorn een lichtlijn ter navigatie van de scheepvaart.
