Door slechts twee duinenrijen gescheiden van de Noordzee is De Koog de badplaats van Texel, die jaarlijks vele gasten trekt. Dat was niet altijd zo: aan het begin van de twintigste eeuw bestond het dorp uit niet meer dan een handvol huizen en boerderijen en was armoe troef. Pas dankzij het toerisme bloeide De Koog na de Tweede Wereldoorlog weer op. Gezien alle moderne gebouwen zou je het misschien niet zeggen, maar De Koog is een van de oudste dorpen van Texel. Het ontstond in de vijftiende eeuw bij een kapel die in 1415 werd gebouwd voor het nabijgelegen buurtschap Rijsduinen.
Visserij
De kustplaats was overzee goed bereikbaar via het ondiepe zeegat Anegat. De visserij bracht veel welvaart. Tot halverwege de zestiende eeuw was Cooghen, zoals het dorp toen heette, een bloeiend vissersdorp. De naam Cooghen is ontleend aan de lage dijkjes die werd aangelegd om drooggevallen gebiedjes rond het dorp in te polderen.
In de tweede helft van de zestiende eeuw verzandde het Anegat en werd visserij onmogelijk. Een nog hardere klap vormde een zware storm in 1570: de duinen braken en tientallen huizen spoelden weg. Veel inwoners zochten noodgedwongen hun heil elders, de achterblijvers waren aangewezen op een povere vorm van landbouw en veeteelt. Nog aan het einde van de negentiende eeuw leefden meerdere gezinnen in plaggenhutten.
Badgasten
In 1908 verrees op het duin vlakbij het strand Het Badhotel, later omgedoopt in Prinses Juliana. Maar het duurde nog tot na de Tweede Wereldoorlog voordat het toerisme echt tot bloei kwam en De Koog zich ontwikkelde tot een dorp dat alles biedt voor een mooie vakantie: een uitgestrekt strand op loopafstand en een gezellig dorpscentrum met terrassen, winkels en restaurants. Voor veel jongeren was De Koog lange tijd de eerste bestemming waar ze zonder hun ouders vakantie vierden. Discotheken en cafés als De Toekomst en De Beerekuil waren in heel Nederland bekend.
Geschiedenis
Als gevolg van het toerisme is veel ‘oude’ geschiedenis in De Koog niet meer te vinden. Op het dorpsplein herinneren alleen het kerkje en het huisje van ‘moeder’ Mosk nog aan het oude Cooghen.